Deze vragenlijst is gebaseerd op een bundeling van verschillende onderzochte vragenlijsten*. Het kan je helpen om een zicht te krijgen op je klachten en hoe jouw paniek zich uit in je lichaam, gedachten en gedrag.
Onthoud wel dat deze vragenlijst geen diagnostisch instrument is.
Ten slotte geef ik graag nog mee dat de ernst of intensiteit van je klachten niet bepaalt of je kan herstellen of niet. Er is met andere woorden altijd hoop!
(*) De Body Sensations Questionaire (BSQ), Agoraphobic Cognition Questionnaire (ACQ) en de Mobility Inventory (MI).
Vragen die peilen naar fysieke klachten
1) Hartkloppingen
Niet
Een beetje
De helft van de tijd
Erg
Heel erg
2) Druk of zwaar gevoel in je borst
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
3) Verdoofd gevoel in je armen
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
4) Tintelingen in je vingertoppen
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
5)Verdoofd gevoel in een ander deel van je lichaam
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
6) Gevoel van kortademigheid
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
7)Duizeligheid
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
8) Wazig of gestoord zien
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
9) Misselijkheid
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
10) Vlinders in je buik hebben
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
11) Een zwaar gevoel in je maag hebben
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
12) Een prop in je keel hebben
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
13) Slappe benen hebben
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
14) Zweten
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
15) Een droge keel hebben
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
16) Je verward voelen en niet meer weten waar je bent
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
17) Gevoel los te zijn van je lichaam, maar gedeeltelijk aanwezig te zijn
Niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Heel erg
Vragen die peilen naar gedachten of ideeën
1. Ik ga overgeven!
Nooit
Zelden
De helft van de tijd
Vaak
Voortdurend
2. Ik ga flauwvallen!
Nooit
Zelden
De helft van de tijd
Vaak
Voortdurend
3. Ik heb vast een hersentumor!
Nooit
Zelden
De helft van de tijd
Vaak
Voortdurend
4. Ik krijg een hartaanval!
Nooit
Zelden
De helft van de tijd
Vaak
Voortdurend
5. Ik ga stikken!
Nooit
Zelden
De helft van de tijd
Vaak
Voortdurend
6. Ik ga me gek gedragen!
Nooit
Zelden
De helft van de tijd
Vaak
Voortdurend
7. Ik word blind!
Nooit
Zelden
De helft van de tijd
Vaak
Voortdurend
8. Ik zal mezelf niet meer in de hand kunnen houden!
Nooit
Zelden
De helft van de tijd
Vaak
Voortdurend
9. Ik zal iemand anders iets aandoen!
Nooit
Zelden
De helft van de tijd
Vaak
Voortdurend
10. Ik krijg een beroerte!
Nooit
Zelden
De helft van de tijd
Vaak
Voortdurend
11. Ik word gek!
Nooit
Zelden
De helft van de tijd
Vaak
Voortdurend
12. Ik ga schreeuwen!
Nooit
Zelden
De helft van de tijd
Vaak
Voortdurend
13. Ik ga wartaal uitslaan!
Nooit
Zelden
De helft van de tijd
Vaak
Voortdurend
14. Ik word verlamd door angst!
Nooit
Zelden
De helft van de tijd
Vaak
Voortdurend
Vragen die peilen naar vermijding
01. Hoe vaak vermijd je minstens één van de volgende plaatsen … supermarkten, winkelcentra, klaslokalen, musea, liften, schouwburgen, stadions, garages, afgesloten ruimtes zoals tunnel, hoge plaatsen, …
Als je dit alleen doet …
Nooit
Zelden
Soms
Meestal
Altijd
Als je dit samen doet …
Nooit
Zelden
Soms
Meestal
Altijd
02. Hoe vaak vermijd je minstens één van de volgende ruimten: uitgestrekte velden, brede wegen, pleinen of ruimten, ruime (wacht)kamers, grote foyers, …
Als je dit alleen doet …
Nooit
Zelden
Soms
Meestal
Altijd
Als je dit samen doet …
Nooit
Zelden
Soms
Meestal
Altijd
03. Hoe vaak vermijd je minstens één van de volgende vervoersmiddelen: bus, trein, tram, metro, vliegtuig, boot, …
Als je dit alleen doet …
Nooit
Zelden
Soms
Meestal
Altijd
Als je dit samen doet …
Nooit
Zelden
Soms
Meestal
Altijd
04. Hoe vaak vermijd je een auto te besturen
Als je dit alleen doet …
Nooit
Zelden
Soms
Meestal
Altijd
Als je dit samen doet …
Nooit
Zelden
Soms
Meestal
Altijd
05. Hoe vaak vermijd je het om mee te rijden als passagier in de auto …
Nooit
Zelden
Soms
Meestal
Altijd
06. Hoe vaak vermijd je minstens één van de volgende situaties … in de rij staan, over een brug gaan, feestjes, op straat lopen, alleen thuis zijn of ver van huis zijn, …
Als je dit alleen doet …
Nooit
Zelden
Soms
Meestal
Altijd
Als je dit samen doet …
Nooit
Zelden
Soms
Meestal
Altijd